De Partij van de Zuinigheid is anders, héél anders!
In het Dagblad van het Noorden van 5 februari stond het artikel ‘Groningen heeft meer te kiezen dan ooit’. Het is mooi dat er veel keuze is en vooral dat de kiezers steeds meer alternatieven krijgen voor de gevestigde partijen die veelal zijn gebaseerd op 19e eeuwse ideologieën die geen oplossingen meer bieden voor de problemen waar we in de 21e eeuw voor staan: coronacrisis, biodiversiteitscrisis, stikstofcrisis, schuldencrisis, wooncrisis, zorgcrisis, onderwijscrisis, migratiecrisis, plasticcrisis – het is crisis alom en de oude grote partijen zijn (bijna allemaal) geïmplodeerd en we zien de opkomst van veel one-issuepartijen zonder duidelijke visie. Zoals in ons verkiezingsprogramma valt te lezen wil de Partij van de Zuinigheid de daarmee samenhangende moedeloosheid en uitzichtloosheid doorbreken met een nieuwe visie die losstaat van de oude ideologieën en de daarmee samenhangende links-rechts verdeling. Die nieuwe visie gaat uit van een oer-Hollandse eigenschap, namelijk zuinigheid met een daarmee gepaard gaande grondige afkeer van verspilling, of het nu gaat om de schatten die de natuur ons schenkt, het erfgoed van onze voorouders of geld en materiële zaken.
We snappen heel goed dat het voor een redacteur lastig is om op 4 februari gelijk na de voorlopige vaststelling van de kandidatenlijsten door de centrale gemeentelijke stembureaus alle partijen, en zeker de nieuwkomers, recht te doen. Maar om als partij die nadrukkelijk het oude links-rechts denken wil doorbreken en met een geheel nieuw gedachtegoed perspectief wil bieden en bruggen wil bouwen in een versplinterde samenleving bij rechts te worden ingedeeld, daarmee wordt onze inzet geen recht gedaan en worden de kiezers het bos ingestuurd.
Een kleine greep uit onze logisch uit het kernbegrip zuinigheid voortvloeiende standpunten moge dat duidelijk maken. Zo is de Partij van de Zuinigheid vóór het behoud van groen, de energietransitie (maar dan zonder windturbines), dierenwelzijn en schone vervoersvormen als wandelen, fietsen en elektrisch vervoer; vóór het behoud van de rechtsstaat en dus tegen racisme en discriminatie, vóór versterking van de democratie door het vaker raadplegen van de bevolking (referenda en een gekozen burgemeester), vóór het behoud van erfgoed zoals het historische centrum van Groningen, vóór gelijkblijvende of misschien zelfs lagere belastingen en om nog een laatste veelzeggend punt te noemen: vóór het legaliseren van drugs, waardoor kwaliteitscontrole met gezondheidswinst en belastingheffing mogelijk wordt en de georganiseerde misdaad eindelijk echt aangepakt kan worden door hun verdienmodel weg te nemen.
Of zou de indeling bij rechts dan enkel en alleen komen omdat we ook zuinig willen zijn wat de financiën betreft? Dat we de belastingdruk nogal hoog vinden (waar rijke mensen met behulp van belastingadviseurs nogal eens een uitweg voor weten te vinden)? Dat wordt wel vaker rechts gevonden. Maar verspilt de overheid niet veel geld, bijvoorbeeld aan ict-projecten, prestigeprojecten (als De Nieuwe Poort), de inhuur van externen, het subsidiëren van dure elektrische auto’s en het verbranden van bomen? Gaan de daarmee gepaard gaande oplopende staatschulden niet ten koste van de allerzwaksten, namelijk de toekomstige generaties? En is overigens geldverspilling niet zo ongeveer hetzelfde als energieverspilling?
De oude 19e eeuwse ideologische kaders hebben afgedaan en het links-rechts denken is verouderd, maar nu dan toch de vraag: wat is er aan bovenstaande in hemelsnaam rechts?
Ronald Kaatee
voorzitter